Medio mei de bibliotheek/archief van het Stedelijk Museum te Amsterdam bezocht. Door de tentoonstelling over Djaya-broers in 2018 is er veel bekend over deze Malinostudenten. Waarschijnlijk het meeste van alle Malinostudenten. Meer nog dan over de veel beroemdere Lee Man Fong (m.b.t. hun Malino-periode).
Het archief had enkele brieven van het Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen (Minog) over de financiering van de catalogus over de Djaya-broers. Daarmee wordt duidelijk dat Minog in Nederland het aanspreekpunt was voor Malinostudenten.

Het Stedelijk had over Lee ook een tentoonstellings-catalogus uit 1947 in Arti et Amcitiae. Interessant is het uitgebreid voorwoord van Galestin die in Amsterdam de contact-hoogleraar was voor Malinostudenten.
Opvallend is dat Lee op deze tentoonstelling al 52 werken exposeerde. Het lijkt er op dat hij werken mee heeft genomen met zijn komst naar Nederland. Dat is ook geval met de Djaya-broers, waarvan bekend is dat zij 80 werken meebrachten.

Dank aan de staf van het Stedelijk voor de ondersteuning en de prettige begeleiding.

Over de 2018-tentoonstelling over de Djaya-broers onder meer:
TEMPO DOELOE? KUNSTENAARS, GUERRILLASTRIJDERS EN SPIJBELAARS
Longread — 27 aug 2018 — Britte Sloothaak (Stedelijk Museum Amsterdam)


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *